Canada doet spontaan denken aan de Rocky Mountains, een overweldigend landschap dat velen doet wegdromen. Waar onze Canadese chef opgroeide is niks van dat natuurspektakel te merken. Een teleurstelling maar niet voor lang.
Vijf jaar lang kon Kyle hier zijn hart ophalen. In Banff, in het hart van de Rocky Mountains ging hij voor het eerst aan de slag in de grootkeuken van een prestigieus hotel. Zijn verhalen over die periode maakten indruk op onze eerste date. Alle clichés kwamen boven. Van de mist die plots kwam opzetten, de uitzonderlijke vergezichten tot de vele ontmoetingen met beren. Ik wou het allemaal horen. Canada is werelds tweede grootste land. Enkel Rusland schiet aan de Canadese dimensies voorbij. Ik kan me niet voorstellen dat ik dat niet wist voor mijn eerste bezoek. Achteraf bezien, vind ik het ook bizar dat ik mij Canada voorstelde als één groot Rocky Mountain terrein. Kyle is afkomstig van Kingsville, een dorp aan Lake Erie. Eén van The Great Lakes die de natuurlijke grens vormen met de U.S.A.. Zonder het transport naar en van de luchthaven gerekend, is dat nog 5 uur vliegen om Canada's 'plaatje', The Rocky's. Mijn natuur-ontgoocheling was bij mijn eerste bezoek enorm. Goed, Lake Erie heeft meer weg van een zee dan een meer. Uit later knip en plak werk met de kinderen, bleek dat België er bijna helemaal in past. De regio staat bekend om zijn micro-klimaat. Het uitgestrekte en voornamelijk vlakke landschap wordt dan ook ten volle benut om vooral tomaten te verbouwen. Ik persoonlijk word daar niet wild van, maar het moet gezegd worden, een Canadese landbouwbedrijf is qua proportie imposant. De bossen die je er -net zoals bij ons- her en der aantreft, zijn net zoals bij ons... Althans dat was mijn eerste indruk, toen ik er met mijn tourist-trap berenfluit mopperend achter Kyle aan liep.
Precies die grote gelijkenis deed mij verdere bos-uitjes beseffen dat we niet op een natuur verschil botsten maar op een cultuur verschil. De natuur-cultuur die Kyle meekreeg is sterk verschillend van de mijne. Beiden vertrekken van dezelfde basiswaarde: zorg en respect voor moeder natuur. Maar het grootste contrast ligt hem in de afstand waartoe we ons tot de natuur verhouden. Ik spreek voor mezelf, maar ik had een zoveelste bezoek nodig aan dat stukje "weinig spectaculair Canada" om te beseffen hoe veraf ik stond. En dat terwijl ik mij van kindsaf aan lang niet zo bosvreemd voelde. Ik leerde de natuurpracht onderdanig te beleven. Met de ogen, van dan tot dan, en slechts daar en zo. Je volgt braaf de paadjes. Je maakt je weg vooraleer de nacht valt. Water is niet om in te zwemmen. Aan paddenstoelen komen, ben je gek? Je vertelt over die ene keer dat je een dier spotte, ja geen vogel maar een echt konijn! En in de herfst verzamel je afgevallen bladeren (het aantal knutselvariaties op dat thema zijn eindeloos) en je raapt tamme kastanjes, waarvan het merendeel op de composthoop beland. Geen nood, spelen mag heus wel, het duidelijk gesignaleerd lapje speelbos laat daar geen twijfel over bestaan.
Tot groot plezier van Kyle, moest ik toegeven dat ik lang nog niet klaar was voor de Rocky's. Een grote ongemakkelijkheid overviel mij namelijk in Killarney, een provenciaal natuurreservaat ten noorden van Ontario. Bij een 3-daagse portaging (kano varen + wandelen) werden we aan onze tent omsingeld door allerhande dieren. Ik waande mij Sneeuwwitje. Een romantisch prentje dat kennelijk niet verzonnen was door de gebroeders Grimm of Disney. De aardeekhoorntjes, wasbeerfamilie op stap, de konijnen of muis tussen mijn bergschoenen, allen wisten mij met een zeer onschuldige blik aan te staren. Wij waren te gast in hun habitat en niet visa versa. Ik kreeg een lesje nederigheid, me persoonlijk overgebracht door de natuurpracht zelf. (En vermoedelijk ook de achterliggende reden van alle beschermende regeltjes inzake natuurbehoud bij ons.) Dat cultuur sterk bepalend is in je natuurbeleving hoef je in Canada niet enkel in de bossen te zoeken. Het esdoornblad dat pronkt op de vlag is het meest uitgesproken voorbeeld. En wees er maar zeker van, de Canadezen zijn trots op hun Maple Leaf! Minder opvallend is bijvoorbeeld de migratie van dieren en hoe breed dit gedragen wordt. Van de monarch vlinders die terugkomen geflapperd uit Nieuw-Mexico, tot de Canadese ganzen die met de hele klas gekentekend en gevierd worden voor hun vertrek. Van de vele pompoen activiteiten (wat werkelijk een verhaal apart is) tot het speelplein in thema tomaat... Ondanks eenzelfde verdere verstedelijking houdt de natuur stand in hun cultuur. Diens centrale rol sijpelt niet stilletjes weg. Nu ja, dat niet de hond maar plots een coyote in je tuin staat, helpt natuurlijk om die bijzondere relatie op scherp te houden.
Besluitend ben ik maar al te blij dat ik Canada leerde kennen ver weg van de Rocky Mountains. Misschien gaf de ontgoocheling wel de nodige denkruimte om dit natuurcultuur verschil op te merken. (Mij werd althans geleerd dat cultuur en natuur niks met elkaar te maken hebben, net elkaars tegenovergestelde waren.) Intussen geniet ik veel voller van de natuur. Het werd een totaalbeleving met mond, handen, neus, oren en ogen. Ik vind het niet minder spectaculair om wat ik ooit onder één pot nat weg schreef -de bossen waar Kyle en ikzelf in opgroeiden- nu heel precies te kunnen onderscheiden. Het enige wat ze nog met elkaar delen is hoe bijzonder en kostbaar ze zijn.